Zit er nog muziek in de fitnesssector na de coronacrisis? (vervolg)


De volgende figuren geven hiervan een indruk. Het effect van de sluiting na januari is daarbij nog niet zichtbaar.

Actieve respons

Vanaf de invoering van de eerste coronamaatregelen heeft de fitnessbranche zich laten horen en aandacht gevraagd voor de negatieve impact daarvan. De branche bood in april 2020 als één van de eerste branches een protocol ‘Verantwoord sporten op anderhalve meter’ aan het kabinet aan. Ook de bedrijfsvoering werd daarop aangepast: extra hygiënemaatregelen werden getroffen en het personeel stuurde actief aan op het desinfecteren van handen en gebruikte fitnessapparaten. Er werd nagegaan hoe beter kon worden geventileerd. Sportscholen gingen werken met reserveringssystemen en maximale bezoekersaantallen, zodat de toestroom en doorstroom zo goed mogelijk gereguleerd kon worden. Daarnaast maakten fitnessondernemers actief gebruik van door de overheid gecreëerde ondersteuningsvormen. Tot eind februari levert dit het volgende beeld op.

Fitnesscentra hebben stevig gebruik gemaakt van de financiële steunmaatregelen. Zo ontvingen fitnesscentra in totaal zo’n 49 miljoen euro steun vanuit de eerste drie rondes van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). Daarbij kwam 27 miljoen euro vanuit de NOW 1.0 (675 aanvragen), 13 miljoen euro vanuit NOW 2.0 (355 aanvragen) en 9 miljoen euro vanuit NOW 3.1 (400 aanvragen). Van de TOGS-regeling maakten 1.431 fitnesscentra gebruik voor een bedrag van 5,7 miljoen euro. De daaropvolgende TVL-regeling zorgde in totaal voor 9 miljoen euro steun voor de fitnesscentra. Van TVL-1 en TVL Q4 2020 werd voor respectievelijk 4 en 2 miljoen euro steun aangevraagd.

 

Never waste a good crisis - innovatievermogen

Sportondernemers zitten niet graag stil. De coronacrisis vormde voor velen ook een prikkel voor bezinning en voor het zoeken naar alternatief aanbod en andere innovaties. Met name in het ontwikkelen van online-aanbod en vormen van thuis-fitness werd door vrijwel alle ondernemers (97%) al bij de eerste lockdown geïnvesteerd zoals in filmpjes of een livestreams voor oefeningen en lessen thuis, zo bleek uit een peiling van NL Actief. Op allerlei manieren werd geprobeerd de relatie met klanten gaande te houden. Uit een peiling in oktober bleek dat men bovendien werkte met buitensportaanbod en aan interne innovaties (luchtzuiveringsinstallaties en ventilatiesystemen). Sportschool ’t Klaslokaal in Bloemendaal installeerde als eerste sportschool in Nederland Philips UV-C-Upper Air armaturen om lucht te desinfecteren in trainingsruimtes.

De reacties van ondernemers tekenen het innovatievermogen en de veranderkracht van de fitnesscentra. Net voor het begin van de corona-uitbraak deed het Mulier Instituut hier onderzoek naar onder verschillende typen aanbieders van breedtesport: naast fitnesscentra bij paardensportaanbieders, zwembaden/scholen en sportverenigingen (kenniscentrumsportenbewegen.nl/kennisbank/publicaties). Voor innovatiegerichtheid is aan de aanbieders gevraagd op welke dimensies van innovatie zij zich vooral richten: organisatorische innovatie, productinnovatie of sociale innovatie (bijvoorbeeld het proberen te bereiken van nieuwe doelgroepen). Ten tweede is de veranderkracht van de organisaties gemeten op basis van het veranderkrachtmodel ontwikkeld door Ten Have Change Management.

 

Van de drie typen ondernemers doen fitnesscentra het meest uitgesproken aan innovatie. Fitnesscentra zijn het meest bezig met productinnovaties. Bijna de helft (45%) van de fitnesscentra geeft aan veel bezig te zijn met productinnovaties en technische innovaties. Voor zwemaanbieders en paardensportaanbieders geldt ook dat ze zich vaker richten op productinnovaties dan op sociale en organisatorische innovaties. Sportverenigingen zijn relatief het minst bezig met deze vormen van innovatie.

Ook wat betreft veranderkracht scoren sportondernemers relatief hoog vergeleken met eerdere metingen onder andere typen organisaties met het Veranderkrachtmodel door Ten Have. De sportverenigingen scoren op alle factoren lager dan de ondernemers. Over de hele linie scoren fitnesscentra hoger dan de andere aanbieders en scoren de paardensportaanbieders op vrijwel alle factoren hoger dan de zwemaanbieders.

 

Deze inzichten in het innovatievermogen en de veranderkracht zouden fitnessondernemers kunnen sterken in het vertrouwen in de toekomst. Er zit veel capaciteit bij de bedrijven om zich ook in moeilijke omstandigheden staande te houden en daarin ook een uitdaging voor innovatie te zien. Als we kijken naar de richting waarin de bedrijven nu innoveren, lijkt er vooral nog winst te boeken in de sociale innovaties: het proberen te bereiken van andere doelgroepen, bijvoorbeeld het actief toegankelijk maken van de voorziening of het aanbod voor minderheden en met fysieke aanpassingen voor specifieke doelgroepen. Dan zit er nog meer muziek in de fitnesssector in de komende jaren.

 

 

share