Hybride sport vraagt om hybride sportlandschap

 

In dit Ezine heeft u kunnen lezen hoe het sportlandschap in Nederland aan het veranderen is en dat steeds meer mensen kiezen voor een ondernemende sportaanbieder. Die ontwikkeling is al langere tijd gaande. Het traditionele verenigingsleven staat onder druk en sportclubs hebben het lastig. Als voorzitter van een atletiekvereniging herken ik dat. Op het bordje van het bestuur ligt een stapel van vraagstukken en uitdagingen, die we moeten oplossen met veelal vrijwilligers.

Tegelijkertijd zie ik ook dat ondernemers in sport steeds groter worden, terwijl ze nog altijd veel maatschappelijke kansen laten liggen. Als ze die kansen wel zouden benutten, wordt het speelveld voor de georganiseerde sport nog kleiner. Ik snap de natuurlijke reflex van sportclubs dan ook dat ze de groei van de ondernemende sport als een ‘bedreiging’ zien. Maar dat is wel heel kortzichtig. Om te beginnen betalen ondernemers in de sport belasting die (voor een klein deel) terugkomt naar de georganiseerde sport in de vorm van subsidie. Met andere woorden: de georganiseerde sport hangt indirect deels aan het financiële infuus van de ondernemende sport. Ten tweede heeft het geen zin om je af te zetten tegen sportondernemers, omdat zij er klaarblijkelijk beter in slagen om in te spelen op maatschappelijke trends en ontwikkelingen. Mensen willen steeds minder de verplichtingen van een sportvereniging en sporten met wie, bij wie en wanneer ze willen. En ja, dat kan ook bij een sportvereniging zijn. En bij een fitnessclub of een personal coach. En bij een groepje dat ongeorganiseerd een keer per week gaat sporten. Ik gebruik bewust het woordje ‘en’, omdat er steeds meer mensen zijn die zowel bij een vereniging, als bij een ondernemende sportaanbieder als ongeorganiseerd willen sporten en bewegen. De hybride sporter wil en zoekt optimale keuzevrijheid.

Als we Nederlander fitter, gezonder en vitaler willen maken, dan is het zaak dat we kijken naar een sportinfrastructuur die uitnodigt en vooral aansluit bij wat mensen willen. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de georganiseerde, ondernemende en ongeorganiseerde sport in Nederland. Het vraagt wel van organisaties dat ze over hun eigen schaduw heen springen. NOC*NSF is niet meer hét sportbolwerk van Nederland. Het Platform Ondernemende Sport (POS) is vele malen groter, met NL Actief als grootste sportorganisatie binnen POS. En ook de Maatschappelijke Organisaties in de Sport (MOS) bereiken steeds meer mensen.

Wat de sport in Nederland en vitaliteit en gezondheid van Nederlanders nodig hebben, is een sportlandschap waar niet macht en status de orde, het beleid en de geldstromen bepalen, maar gedeelde verantwoordelijkheid om meer mensen aan het sporten en bewegen te krijgen en gezonder te laten leven. Dan wordt er - landelijk én lokaal - ook minder met de vinger naar elkaar gewezen, maar meer samen nagedacht over kansen om elkaar te versterken en meer mensen te laten bewegen. Hybride sport vraagt om een hybride sportlandschap. Niet om een apenrots.

Maurice Ambaum

Hoofdredacteur Ezine NL Actief

 

32