Preventiefonds (vervolg)


Bij het Preventiefonds speelt uiteraard meteen de vraag: hoe wordt dat gefinancierd? Voorkomen is beter dan genezen. Maar dat blijkt (nog) niet uit de investeringen die in Nederland worden gedaan. We besteedden in 2017 ongeveer 100 miljard euro aan zorgkosten. Het RIVM becijferde de investeringen in preventie enkele jaren geleden op 13 miljard euro. Wat maakt dat verschil zo groot? Kort door de bocht: commerciële belangen en discrepantie tussen degenen die de kosten moeten dragen en degenen die ervan profiteren. Neem de zorgverzekeraars. Waarom zouden zij investeren in preventieve gezondheidsprogramma’s, als hun klanten het volgend jaar overstappen naar een concurrent die dan profiteert van het rendement van de investering in een gezondere leefstijl? Een ander voorbeeld: waarom zou de voedselindustrie een suikertaks moeten betalen, als ze daar zelf niet van profiteert? Met andere woorden: waarom zou de industrie moeten investeren in de gezondheid van burgers?

 

Alle partijen houden elkaar zo in een wurggreep. Daarom wordt al langer gepleit voor een ingrijpende wijzing van het zorgstelsel in Nederland: beloon investeren in preventie. Minder geld naar de eerste- en tweedelijnszorg, meer geld naar de voorkant. Minder geld pompen in ziekte en zorg, meer investeren in een gezonde leefstijl. Ook nu is weer de hamvraag: hoe financieren we dat? Door van de kosten die we uitgeven aan de zorg een bedrag af te romen en dit geld in het Preventiefonds te stoppen? Door meer geld in de overheidsbegroting te oormerken voor preventie? De vergelijking wordt wel eens getrokken met het Deltafonds. Dat is ingevoerd om te waarborgen dat er ook op de lange termijn voldoende middelen beschikbaar zijn voor noodzakelijke maatregelen voor de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening van Nederland. Waarom dan ook geen miljarden beschikbaar stellen voor een gezondere leefstijl van mensen en investeren in een Preventiefonds?

 

De verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen gaven een kleurrijke bloemlezing van preventie en gezonde leefstijl. Waarbij opnieuw opviel dat de fitnessbranche een ondergeschoven kindje is. En als fitnessclubs al worden genoemd, dan gaat het doorgaans niet verder dan dat ‘mensen met een laag inkomen een gratis lidmaatschap van de sportschool krijgen’. Kortom: de fitnessbranche wordt door politieke partijen nog steeds niet gezien als onderdeel van de oplossing als het gaat om preventie. Daar ligt nog altijd een grote uitdaging voor ons als dé sector van gezonde leefstijl in Nederland.

 

share